Gemeenten gaan woningen zoeken voor 10.000 vluchtelingen met een verblijfsvergunning die nu nog in een asielzoekerscentrum zitten. Die stap moet ervoor zorgen dat er plekken vrijkomen in asielzoekerscentra, waar dan nieuwe vluchtelingen uit de noodopvang terechtkunnen.

Dat is vrijdag afgesproken tijdens topoverleg tussen premier Mark Rutte, andere ministers, de gemeenten en de provincies.

Volgens staatssecretaris Klaas Dijkhoff (asiel) moet de huisvesting voor 10.000 mensen de ,,prop in het systeem” wegnemen. Het moet zorgen voor meer doorstroming. Daarvoor wordt ook gekeken naar meer kleinschalige opvang, een uitdrukkelijke wens van de gemeenten.

De bewindsman en de voorzitters van de organisaties van de gemeenten en de provincies wezen op het belang van een gezamenlijke oplossing. Die is nodig omdat de vluchtelingencrisis tot steeds grotere problemen begint te leiden.

Grotere locaties voor noofdopvang

Voor de noodopvang gaan de provincies meer grote locaties zoeken die vergelijkbaar zijn met Heumensoord bij Nijmegen, waar ruim 3000 mensen terechtkunnen. ,,Zodat we niet meer hoeven te slepen met mensen van sporthal naar sporthal”, aldus Dijkhoff.

De gemeenten krijgen ook extra geld, zo is afgesproken. Hoeveel zal dit najaar blijken. Verder wordt gekeken naar huisvesting in semipermanente woningen, en in leegstaande kantoren en andere gebouwen van het Rijk.

Dijkhoff en voorzitter Jan van Zanen van de Vereniging Nederlandse Gemeenten erkennen dat de maatregelen de problemen niet meteen zullen oplossen. Van Zanen zei dat is afgesproken dat gemeenten niet meer verrast zullen worden, zoals dat het Drentse dorpje Oranje dinsdag overkwam.

Dijkhoff dwong het dorp dinsdag om nog eens zevenhonderd extra vluchtelingen op te vangen, terwijl hij eerder beloofd had dat Oranje niet meer vluchtelingen zou krijgen dan de zevenhonderd die er al zaten. Dijkhoffs boodschap leidde tot protest, zijn auto werd belaagd door boze mensen.

Dijkhoff benadrukte vrijdag dat hij een nieuw 'Oranje' wil voorkomen, maar uitsluiten kon hij het niet.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl